JP Harris & The Tough Choices spelen authentieke country. Na twee uitstekende platen vol persoonlijke nummers wagen de heren eindelijk de overstap naar het Europese vasteland.

“JP Harris & The Tough Choices play Country-Goddamned-Music. Period.” Dat staat te lezen op de facebookpagina van JP Harris. Dat hij het niet zo begrepen heeft op de hedendaagse popmuziek die country pretendeert te zijn moge duidelijk wezen.

JP Harris is namelijk écht. Dat zie je gewoon aan zijn voorkomen (tatoeages, baard, eeuwige sigaret), maar kan je ook afleiden uit zijn levensverhaal. De man trok al op zijn veertiende het huis uit en dwaalde vier jaar te voet rond in de VS. Hij had enkel een rug- en slaapzak bij zich. Om te overleven kluste hij bij op boerderijen, werkte hij als houthakker en schaapsherder maar ook als instrumentenbouwer. Onderweg vond hij de tijd om muziek te schrijven. Heel persoonlijke nummers. De onderwerpen lagen dan ook voor het grijpen tijdens zijn omzwervingen.

In 2011 -hij was toen 28- nam Harris in amper drie dagen tijd zijn eerste plaat ‘I'll Keep Calling’ op met een bende jonge muzikanten in een oude schuur in Louisiana. Voor de tweede plaat ‘Home Is Where The Hurt Is’ trok hij samen met zijn band The Tough Choices naar Ronnie’s Place, de vroegere studio van de blinde Amerikaanse countryster Ronnie Milsap. In de muziek hoor je invloeden van George Jones, Buck Owens, Johnny Cash, Merle Haggard en vele andere country-groten.

Touren deden JP Harris & The Tough Choices al vaker. Maar nu komen ze voor het eerst naar Europa. Een stop in N9 villa blijkt dan de logica zelve.