Wij gebruiken cookies. accepteer

Dans Dans (BE)

DANS DANS IS (AL) TERUG, MET HUN MEEST ONGEFILTERDE, MEEST SPONTANE, MEEST ‘PUNK’ ALBUM TOT NU TOE. DRIE MUZIKANTEN, TWEE DAGEN STUDIO, ÉÉN BROK ENERGIE.

23 april, 2021. Dans Dans, handelaars in dubbelzinnige jazz-rock hybrides, doorbreken vijf jaar stilte met een nieuw album. De media ontvangt Zink als een nieuwe triomf van het Antwerpse trio. ‘Een harde, zinderende en gewaagde noisetrip’, vindt Humo. ‘De beste liveband van het westelijk halfrond is terug’, viert Oor, en De Morgen prijst de ‘organische maar knap gestructureerde jams’.

In de zomer maakt de band gebruik van een versoepeling van de coronamaatregelen door enkele vlammende shows te spelen, zoals op Jazz Middelheim en op een Unday Records label night tijdens Boomtown. Er volgen enkele speeldata in Oost-Europa, maar het vervolg van een nationale en internationale tournee wordt afgelast of verplaatst. Derde golf, vierde golf, wie hield de tel bij?

Wanneer het einde van 2021 naderbij sluipt beslissen Bert Dockx, Frederic Lyenn Jacques, en Steven Cassiers, sinds 2012 - tien jaar! - de onheilige drievuldigheid van Dans Dans, om hun grieven om te zetten in grooves. Repetities worden gepland. Nieuwe muziek weerklinkt. Een studio wordt geboekt. En zo ontstond een instrumentale coronaplaat. Niet eentje van contemplatie via isolatie of herontdekt huiselijk welbehagen, geen verstild rapport van monotonie en social distancing. Of misschien deels wel, maar ook veel meer dan dat.

DANS DANS over ‘6’
FREDERIC: ‘Waarom geen nieuwe muziek maken en opnemen? Ik denk dat ik de eerste was om het luidop te zeggen – al doet dat er weinig toe, want ideeën groeien erg organisch tussen ons drie. Maar die kalender vol afgelaste shows bekijken, dat constante wachten en hopen, de tijd die zo traag voorbij kroop… het leek allemaal zo absurd. Beter om te blijven creëren. Een ep, dat was de bedoeling. Het is een album geworden, opgenomen in twee luttele maar strakke dagen.
Zo werk ik graag: snel en kort, to the point. De eerste vonken van een idee vast pakken, de eerste kiemen van de inspiratie, en dat uitwerken. Ik ben ook altijd degene in de groep die niet graag veel repeteert, die liever op het podium muziek maakt. Uiteindelijk is Dans Dans een liveband, de platen zijn momentopnames. Ik was dus niet verrast, dat we op slechts twee weken tijd zo veel nieuw materiaal hadden. We kennen elkaar intussen zo goed, we spelen zo intuïtief, dan leer je muziek maken in de condities die je aangereikt worden’.

STEVEN: ‘We hebben enorm efficiënt gewerkt. Heel intens, heel snel knopen doorgehakt. We zaten dan ook nog eens voor het eerst in een nieuwe studio, Studio Ledeberg in Gent. In de voormiddag hebben we de sound gemaakt, na de lunch zijn we beginnen opnemen, en op het einde van de volgende dag stond alles erop. Op een bepaalde manier is dit ons punkalbum. Back to basics, niks overdacht. Veel organischer ook, dan Zink. Die plaat was veel strakker, de afspraken waren veel duidelijker op voorhand. Nu was er geen tijd om dingen te repareren.
Voor mij is de laatste track, Schaduw, tekenend voor het album. En zeker de groove in het tweede stuk, een vrije, geïmproviseerde drumsolo eigenlijk, die een boog van energie over de melodie spant. Het is een kant van mij die bij Dans Dans nog maar zelden aan de oppervlakte is gekomen. Toen we met de repetities startten ben ik toegekomen met één snaredrum, één basdrum, en een doos percussie. Met die minimale setup heb ik de basis gelegd, het was een manier om naar alternatieven te zoeken, een andere manier van spelen. Dit is tenslotte ons zesde album, het kon geen kwaad om dingen eens anders te doen’.

BERT: ‘Ik heb het langst getwijfeld, om eerlijk te zijn. Ik kwam uit een moeilijke periode met veel onrust, en ik wist niet zeker of ik die extra vrije tijd aan Dans Dans wou geven. Maar na een aarzelend begin kwam de goesting heel snel terug, en ging het heel vlot. Het is heel old school geworden, zeer compact, er zit urgentie in elke noot. Dit moet Dans Dans op de meest directe, spontane manier ooit zijn, heel dicht op wat we live doen.
Ik hou er van om te experimenteren, om tijd te nemen, en verschillende dingen uit te proberen. Dit album is het tegenovergestelde daarvan. Maar als het resultaat goed is, dan heb ik daar vrede mee. We hebben sowieso ons eigen geluid. Niet dat wat wij doen persé vernieuwend is, maar niemand anders doet het zoals wij het doen. Dat is meer dan genoeg. Blijven evolueren als band, als luisteraar vind ik dat niet zo belangrijk. Neil Young klinkt altijd hetzelfde. Maar ik hou wel van de lichtjes ‘gehandicapte’ platen, die met de schoonheidsfoutjes. Zo lang het maar speels en fris is. En deze plaat is exact dat. Meer ongefilterd kan het niet zijn. Gewoon, wij drieën in een kot met heel weinig tijd. Het was plezant, en ik ben zeker dat het een favoriet zal zijn voor Dans Dans-fans’.

foto Dans Dans © Alex Schuurbiers