Paris Musette & Django Reinhardt
Na omzwervingen door West-Europa in oorlog (1914-18) komen de Manouches aan in de omgeving van de Porte de Clignancourt, Parijs. Voor zijn twaalfde verjaardag krijgt Django een gitaar-banjo, waarna hij een jaar later zijn eerste job krijgt in het begeleidend orkestje van accordeonist Guérino. De musette is in de jaren 20 de populaire muziek in Parijs en in 1928 maakt Django zijn eerste opnames met Jean Vaissade, musette-accordeonist bij uitstek.
In deze periode zien we ook Gus Viseur en Tony Murena debuteren in de typische balzalen in de omgeving van de Bastille.

In Parijs waaien stilaan de Amerikaanse jazz en de swing over en zij zorgen voor een ongeziene rage.

Het muzikaal contact tussen de Franse Manouches onder leiding van Django en accordeonisten zoals Colombo, Viseur, Murena, Privat e.a. zal zorgen voor muzikale formaties met het label ‘La Belle Pompe des Manouches’. In deze periode spreekt men voor het eerst van de ‘swing musette’.
Toen Django in de jaren 30 de overstap maakte van het superbe swing musette genre naar het Amerikaanse jazzrepertoire kwam hij uit bij zijn muziek, de onvervalste Europese jazz van de Hot Club. Hij vond de vrijheid waar hij naar streefde, waar zijn trotse nomadenziel genoegen mee kon nemen, maar hij kon niet vermijden dat in Tiger Rag en Saint-Louis Blues de stijl van ‘de Manouches’ bleef doorklinken.